Ieder kind naar school. Dat lijkt de normaalste zaak van de wereld, maar dat was het niet altijd. Middeleeuwse kloosterscholen leidden jongens op voor monnik of priester via vakken als lezen schrijven, bidden en psalmen zingen. Kinderen van rijke ouders kregen in vorige eeuwen vaak onderwijs aan huis. Na de eerste leerplichtwet van 1900 krijgen alle kinderen tussen 6 tot en met 12 jaar niet alleen het recht op onderwijs, maar zelfs de plicht om onderwijs te volgen. Die wet werd overigens maar met de meerderheid van één stem aangenomen, bij stemming in de Tweede Kamer. Een belangrijke tegenstander, graaf Schimmelpenninck, was van zijn paard gevallen en kon daardoor niet komen stemmen.
Openbaar onderwijs werd gratis, maar bijzondere scholen, bijvoorbeeld religieuze scholen, kregen geen geld van de overheid. Eerst werd er nog de schoolstrijd gestreden. Pas vanaf 1917 werden ook bijzondere scholen gefinancierd.
Sjoerd Karsten en Yolande Emmelot vertellen op 9 juni over de geschiedenis van het onderwijs in Amsterdam. Zij schreven de wandelgids Op schoolreisje waarin zij tien routes door Nederland hebben beschreven. Eén van deze routes loopt via de buurten Rapenburg en Valkenburg verder naar de Plantagebuurt. De auteurs laten ook beeldmateriaal zien van interessante plekken uit de onderwijsgeschiedenis.
Foto's: Stadsarchief Amsterdam
De wandelgids Op schoolreisje wordt ter plekke verkocht.
DATUM EN TIJD Vrijdag 9 juni | Aanvang 20.00 uur | Zaal open 19.30 uur | Entree € 6,00 | Vrienden van Huis De Pinto gratis